Boeren protesteren tegen de stikstofplannen van het kabinet. Hoe slecht staat de natuur ervoor? En hoe groot is de rol van de landbouw daarin? Een uitreksel uit het volledige artikel
Mirjam Remie Marcel aan de Brugh Arjen Schreuder Geertje Tuenter Eppo König 21 juni 2022
De stikstofaanpak zal ingrijpende gevolgen hebben voor de inrichting van Nederland en voor duizenden mensen in en rond de agrarische sector. Er is al een ‘informatie-oorlog’ gaande, waarin een deel van de critici niet gelooft in de stikstofgegevens van wetenschappers en de overheid.
Elf vragen over het Nederlandse stikstofprobleem.
- Hoe staat de Nederlandse natuur ervoor?
Slecht. Er zijn verschillende manieren om dat aan te geven. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) brengt bijvoorbeeld de omvang in kaart van de populaties van op het land levende planten en dieren. - Hoeveel natuurgebieden heeft Nederland?
Nederland werkt sinds 1990 aan een netwerk van natuurgebieden om de natuur en biodiversiteit te behouden en te herstellen. Er zijn gebieden die alleen planologisch worden beschermd en vallen onder het Natuurnetwerk Nederland (NNN), vroeger Ecologische Hoofdstructuur (EHS) genaamd. En er zijn gebieden die ook wettelijk worden beschermd, die vallen onder het Europese netwerk van natuurgebieden, Natura 2000. - Wat doet stikstof met natuur en biodiversiteit
Een aanzienlijk deel van de stikstof in mest spoelt naar sloten en verder naar de rivieren en zee. Al die extra voedingsstoffen stimuleren de groei van algen, ook giftige soorten. Veel andere soorten planten en dieren verdwijnen. Soms moeten zwemwateren gesloten worden.
Ammoniak is een gas dat verdampt uit mest, vooral uit stallen en van het land. Het komt in de lucht en kan, afhankelijk van wind en regen, binnen enkele kilometers van de bron weer neerdalen. Dat heeft twee effecten op de natuur: vermesting en verzuring. Door het eerste zijn sommige planten in het voordeel – de soorten die profiteren van hoge concentraties stikstof. Het gaat bijvoorbeeld om braam en vlier in bossen, duinriet en helm in duinen, bochtige smele op heide. Ze overwoekeren andere soorten, die het onderspit delven. Zo krijg je verarmde, eentonige landschappen.
Bij verzuring wordt ammoniak in de bodem via chemische processen omgezet. Dat effect zet een ander proces in gang: elementen als calcium, magnesium, kalium in de bodem lossen op en spoelen weg. Ook aluminium, vaak giftig voor planten, komt vrij. - Zijn alleen boeren verantwoordelijk voor het stikstofprobleem?
Nee. Ammoniak (stikstof en waterstof, ofwel NH3) is vooral afkomstig van verdampt mestvocht, stikstofoxiden (stikstof en zuurstof, NOx) vooral van het verkeer en de industrie. De landbouw is verantwoordelijk voor zo’n 60 procent van de totale uitstoot van stikstof in Nederland, volgens onderzoeksbureau TNO. Hierbij gaat het vooral om mest en voor een klein deel om bijvoorbeeld kassen en landbouwwerktuigen.
De overige uitstoot van stikstof komt van het wegverkeer (15 procent) en overig verkeer (6 procent) zoals de binnenvaart, vliegtuigen en treinen. De industrie is verantwoordelijk voor 9 procent van de uitstoot en huishoudens en kantoren voor 6 procent. - Waarom is stikstof nu opeens zo’n groot bestuurlijk probleem?
In mei 2019 werd stikstof ineens wel een groot en acuut bestuurlijk probleem. De Raad van State oordeelde toen dat het PAS in strijd was met Europese natuurbeschermingsregels. De uitspraak leidde tot een bouwstop en trof destijds ongeveer 18.000 lopende projecten. - Welke technische oplossingen worden tegen stikstof bedacht en hoe realistisch zijn die?
Mest mag bijvoorbeeld niet meer over de akkers worden uitgesproeid, het moet in de bodem worden geïnjecteerd. Daardoor komt er minder ammoniak vrij. Een andere maatregel is de installatie van luchtwassers in stallen; die filteren ammoniak uit de lucht. Maar deze apparaten werken minder goed dan gedacht. - Wat wil het kabinet doen om stikstof terug te dringen?
Tot 2035 trekt het kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie 25 miljard euro uit om stikstof versneld terug te dringen. Niet in 2035, maar in 2030 moet driekwart van de kwetsbare natuurgebieden niet verder aangetast worden. In juni heeft het kabinet een kaart met de wettelijke stikstofdoelen tot 2030 per gebied en provincie bekendgemaakt. Volgend jaar juli moet vastliggen hoe de provincies de stikstof concreet gaan terugdringen. - Welke gevolgen heeft dit voor de landbouw en veeteelt?
Grote gevolgen – al hebben de provincies nog een jaar de tijd om vast te stellen hóé de stikstof in hun regio verlaagd moet worden. Landbouwminister Henk Staghouwer kondigde in juni „een gehele transitie van het landbouw- en voedselsysteem” aan, met „ingrijpende aanpassingen in het landelijk gebied en de agrarische sector”.
De landbouw staat dus voor een fundamentele omslag. Het PBL rekende vorig jaar twee scenario’s door om stikstof te verlagen. Lees meer:Stikstofreductie betekent een ingrijpende herinrichting van het boerenland - Waarom moeten provinciale politici in actie komen en wat staat hun te wachten?
Provincies zijn verantwoordelijk voor veel beleid als het gaat om ruimtelijke ordening. Ook het natuurbeleid is sinds de nieuwe Wet natuurbescherming in handen van de provincies. Dat wil zeggen: het Rijk stelt de kaders vast, de provincies werken die uit. Dat is ook de bedoeling van de stikstofaanpak van het kabinet. Het is mede op uitdrukkelijk verzoek van de provincies dat niet het Rijk maar de provincies de reductiedoelstellingen voor stikstof per gebied uitwerken. Elk gebied is immers anders; sommige boeren zitten dichter bij kwetsbare natuurgebieden dan andere. Bovendien lopen er in veel provincies al jaren plannen en procedures om boeren uit te kopen, gronden te ruilen en natuurgronden aan te kopen en in te richten.
Daar komt bij dat de stikstofplannen door de provincies kunnen worden gecombineerd met andere doelen, zoals voor een gezondere bodem, voor kwalitatief beter oppervlaktewater en grondwater (zoals verplicht in de Europese Kaderrichtlijn Water) en klimaatdoelen. - Hoe belangrijk is de landbouw voor de Nederlandse economie?
Dat ligt eraan wat je eronder verstaat. Nederland heeft pakweg 53.000 boerenbedrijven, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2020. De grootste groep zijn melkveehouders, met zo’n 16.000 bedrijven in 2019. Ook akkerbouwers (11.000 bedrijven) vormen een aanzienlijk deel. Varkenshouders zijn er bijvoorbeeld veel minder: 4.000 stuks. Het aantal bedrijven daalt ieder jaar, maar de boeren die overblijven worden gemiddeld wel groter.
Deze 53.000 boerenbedrijven zijn volgens het CBS samen goed voor 1,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2019 (11 miljard euro). Dit percentage is al jaren behoorlijk stabiel. Dat is een bescheiden aandeel. Ter vergelijking: de relatief kleine cultuursector gaat daar met 17 miljard euro in 2019 al overheen.
Als je de hele landbouwketen bij elkaar optelt, dat wordt het agrocomplex genoemd, dan kom je uit op een ruime 6,4 procent van het bbp in 2018, ongeveer 49 miljard euro. Deze tak van de Nederlandse economie zorgt voor 7,9 procent van de nationale werkgelegenheid, aldus het CBS. - Waarom is het terugdringen van stikstof ook belangrijk voor de woningbouw?
Overheden mogen sinds de uitspraak van de Raad van State in 2019 alleen economische activiteiten toestaan als ze kunnen aangeven dat de stikstofuitstoot er niet door toeneemt. Dat geldt dus ook voor het bouwen van woningen. Dat is een probleem gezien de woningnood en de enorme ambitie van het kabinet: tot en met 2030 moeten er 900.000 woningen worden bijgebouwd.
Om de bouw van woningen mogelijk te maken, moeten andere sectoren hun stikstofuitstoot verminderen.
Lees het hele artikel NRC